2

Hoe ik om ga met starende mensen

Als je kaal de deur uit gaat, weet je dat altijd er mensen zijn die naar je staren – jouw koppie is nou eenmaal anders dan ‘normaal’. In deze tip vertel ik je hoe ik daarmee om ga.

In de afgelopen jaren heb ik zóveel verschillende staarvarianten mogen ondergaan, dat ik ondertussen wel een pro ben in staar-reageren. Ik weet het, dat is eigenlijk geen woord, maar vanaf nu wel! Deze technieken hebben mij geholpen om relaxed te blijven onder al die starende blikken.

1. Verplaats je in een ander

Als je je kunt verplaatsen in een ander, kun je ongemakkelijke momenten misschien wat makkelijker van je afschudden. Nu hoor ik je denken: ja dáág, deze mensen verplaatsen zich toch ook niet in mij? Klopt. Maar dat mensen naar je kijken, is echt niet altijd vervelend bedoeld. Kijken naar anderen doen we allemaal, het gaat automatisch. Als je oog dan valt op iemand die je verrast, is het heel normaal en menselijk dat je blik even blijft hangen. Sommige mensen weten dan even niet hoe ze moeten reageren, dat is toch niet zo erg? En zeg nou zelf: als jij over straat loopt, maak je toch ook weleens oogcontact met iemand die voorbij loopt?  Het feit dat je oogcontact maakt, betekent dus dat óók jij naar andere mensen kijkt. En jij bedoelt dat toch ook niet verkeerd?

2. Blijf bij jezelf

Het 5G-schema heeft mij ontzettend geholpen om anders om te gaan met staarsituaties. Ik zal je met een voorbeeld uitleggen hoe het werkt. Toen ik net kaal was, vond ik het verschrikkelijk en vooral belachelijk als mensen zo opzichtig naar me staarden. Ik werd er onwijs onzeker van. Mijn psycholoog hielp mij om te analyseren wat er op zo’n moment mijn hoofd gebeurde.

 

De GEBEURTENIS: er staarde iemand naar me.
De GEDACHTE die ik daarbij had: die persoon vindt mij lelijk en raar.
Het GEVOEL dat ik daardoor kreeg: het maakte me verdrietig en onzeker.
Het GEDRAG dat ik daardoor liet zien: ik reageerde boos naar die persoon: ‘Kun je het zien?’.
Het GEVOLG daarvan: om zo’n situatie te voorkomen, ging ik niet meer kaal naar buiten.

 

Door mijn psycholoog ging ik inzien dat ik zelf invloed had op het verloop van het 5G-schema. Dat begon bij mijn gedachten. Waarom dacht ik automatisch dat ik lelijk was, als iemand naar mij staarde? Wist ik wel zeker dat die ander zo over mij dacht? Het antwoord was natuurlijk nee: ik weet helemaal niet zeker wat een ander op zo’n moment denkt. Dus waarom zou die ander niet helemaal het tegenovergestelde over mij kunnen denken, namelijk dat ik een onwijs lekkerwijf ben? Door bewust andere gedachten te vormen bij wat er op zo’n moment gebeurt, verandert ook de uitkomst van het 5G-schema. Bijvoorbeeld zo:

 

De GEBEURTENIS: er staart iemand naar me.
De GEDACHTE die ik daarbij heb: die persoon vindt me vast stoer of knap, of vindt mijn jurk mooi.
Het GEVOEL dat ik daardoor krijg: mijn zelfvertrouwen krijgt een boost!
Het GEDRAG dat ik daardoor laat zien: ik lach vriendelijk naar die persoon.
Het GEVOLG daarvan: ik trek die leuke jurk nog veel vaker aan als ik met mn kale koppie naar buiten ga!

 

Het klinkt heel simpel en uiteindelijk is dat het ook. Maar het lastige aan dit schema is dat het even duurt voordat je in de smiezen hebt wat jij denkt over jezelf in lastige situaties. Pas als je je bewust bent van je eigen automatische gedachten, kun je proberen ze te veranderen.
Conclusie: oefenen, oefenen, oefenen en nog eens oefenen! Je zult zien dat dit je echt gaat helpen! En dan bedoel ik niet alleen met het accepteren van starende mensen, maar ook met het accepteren van die lastige laag daaronder: je kale koppie!