In december 2017 ontdekte ik een kleine, ronde, kale plek in mijn haar. Ik schrok er niet heel erg van. Ik was net bevallen van mijn 3e dochter, ik kampte met een laag ijzergehalte en had weleens eerder plukken haar verloren – ze groeiden altijd terug. Maar toen mijn jongste 11 maanden was, ging het haarverlies ineens heel snel. Ik vond ze overal, handenvol. Plukken in de douche. Haar op mijn kussen en kleren. Een volle haarborstel, elke keer als ik mijn haar föhnde. Mijn hoofd jeukte verschrikkelijk. Toen begon ik in paniek te raken. Ik gaf honderden ponden uit aan allerlei haargroeimiddeltjes. Maar het maakte niet uit welke shampoo, lotion of toverdrank ik op mijn hoofd smeerde, mijn haren vielen nog steeds uit. In ongeveer twee weken tijd ging ik van sexy blondine naar een hardgekookt ei dat in schaamhaar had liggen rollen. Ik begon te denken dat ik doodging. Godzijdank waren mijn bloedtests goed, ik werd naar huis gestuurd met een folder over alopecia en een verwijzing naar de dermatoloog. Zij bracht me het slechte nieuws: ik had alopecia universalis. En ze had gelijk over dat universele deel: mijn wenkbrauwen waren er inmiddels ook af, mijn wimpers vielen uit en ik verloor zelfs mijn neushaar. De kans dat het ooit nog terug zou groeien, was verwaarloosbaar.
Ik heb zoveel gehuild. Ik huilde in de auto. Ik huilde onder de douche. Als je me vroeg hoe het ging, begon ik meteen te huilen. Ik kon me nergens meer op concentreren, ik was maar met één ding bezig: mijn kale hoofd. Ik vergeleek mezelf met elke vrouw op straat en ik voelde me zó lelijk. Bedtijd werd het ergste moment van mijn dag. Mijn make-up was de laatste herinnering aan de vrouw die ik was; als ik het eraf haalde, herkende ik mezelf niet meer. Tegelijkertijd schaamde ik me dat ik zo moeilijk deed over zoiets onbelangrijks als mijn haar – ik was kerngezond en toch zat ik hier te zwelgen in zelfmedelijden.
Ik besloot dat ik een snelle oplossing nodig had om te verbergen wat me was overkomen. Mijn moeder maakte een afspraak voor me bij een kapper die pruiken verkocht. Zij was zo geduldig en vriendelijk. Ze leerde me alles over de verschillende soorten pruiken, ze legde uit waar ik op moest letten en hoe ik ervoor moest zorgen. Ze stelde voor dat ik foto’s maakte van elke pruik die ik probeerde, zodat ik kon wennen aan hoe het eruit zag. Ik koos uiteindelijk voor een synthetische, half krullende, koele blondine, genaamd Evanna. Ze was ontzettend duur, maar ze gaf me alles waar ik ooit van droomde in een kapsel – meer nog dan mijn eigen haar me ooit had gegeven. Ik zette haar diezelfde middag nog op, toen ik de kinderen van school haalde. Niemand keek raar op, een moeder vroeg zelfs of ik extensions had. Ik voelde me zo opgelucht: nu kon ik gewoon doorgaan met leven. Maar dan met beter haar.
De dag dat ik Evanna kocht, begon ik mijn @baldmothertucker-account op Instagram. Ik kon de gedachte niet verdragen dat mensen achter mijn rug om naar me wezen, of roddelden over mijn nieuwe uiterlijk. Ik wilde open zijn over wat er was gebeurd. Boven alles wilde ik eerlijk zijn tegen mijn dochters van 12, 9 en 4 over de reden waarom mijn haar uitviel, want ik wilde niet constant bezig hoeven zijn met hoe ik eruit zag als ze bij me waren. Ik wilde ook niet dat ze zich zorgen om me maakten of dachten dat dit me had gebroken. En ik wilde al helemáál niet dat hun leeftijdsgenootjes in mij een reden zouden zien om hen te plagen. Dus ik besloot ze allemaal vóór te zijn, zodat niemand er meer iets over kon zeggen. Die aanpak heeft me enorm geholpen om te accepteren wat er was gebeurd. Al vrij snel voelde ik me comfortabel genoeg om met een kaal hoofd te gaan hardlopen of spinnen. Ik deed er totaal niet geheimzinnig over. Het voelde bevrijdend.
Het was bijna therapeutisch om mijn reis op Instagram te delen. Ik ontmoette er zulke vriendelijke en optimistische lotgenoten. Ik vond troost in het praten met andere baldies, die met dezelfde dingen worstelden. Het hielp om er grappen over te maken en samen te lachen over hoe belachelijk dit allemaal was. Langzaam begon ik me weer oké te voelen met mezelf, met haar én zonder. Mijn dochters stopten met vragen stellen, behalve dan: ‘Mag ik je pruik even op?’. Ik stopte met het zoeken naar verklaringen en oplossingen. Wat de reden van mijn haaruitval ook was – ik denk dat het een combinatie was van weinig ijzer en foliumzuur, uitputting, stress en een totaal verknipte hormoonhuishouding – mijn haar zou niet meer teruggroeien. De energie die ik eerst gebruikte om een antwoord te vinden, besteedde ik nu aan het zoeken naar een zilveren randje aan deze hele shit-situatie.
Tegen die tijd was ik al verliefd geworden op het dragen van pruiken. Ik was nooit gelukkig geweest met mijn eigen haar, omdat het zo fijn was. Pruiken gaven me de vrijheid om elk kapsel te dragen waar ik ooit van droomde – blond, roze, grijs, pixie, schouderlengte. Ik kon de hele tijd van kapsel wisselen, om het te laten matchen met mijn outfit. Soms bracht ik de kinderen naar school met de ene pruik en haalde ik ze weer op met een andere. Mijn dochters raakten er helemaal aan gewend. Mijn middelste heeft haar eigen pruikencollectie. Mijn jongste zegt dat haar moeder toverharen heeft, omdat het de hele tijd verandert. Zij heeft me nooit gekend met natuurlijk haar. Mijn pruikencollectie verandert voortdurend; pruiken komen en gaan. Ik geef de voorkeur aan handgebonden, synthetische haarwerken, omdat ze me beter passen, snel drogen en echt gemakkelijk zijn om te stylen – ik ben te lui voor echt haar. Maar het belangrijkste voordeel is dat mijn haar altijd klaar is om de deur uit te gaan. Als ik op zaterdag een feestje heb, kan ik op maandag mijn haar al doen. Ik ben zoveel sneller klaar nu.
Inmiddels durf ik wel te zeggen dat ik het prima vind om kaal te zijn. Ik voel me nog steeds sexyer met haar en make-up, maar ik ben eraan gewend geraakt om mezelf zónder te zien. Ik weet niet eens zeker of ik wel blij zou zijn als mijn haar weer zou gaan groeien, want met alopecia kan het altijd weer opnieuw uitvallen. Ik heb gemerkt dat ik het veel moeilijker vond om mijn haar te verliezen dan om helemaal geen haar hebben. Maar mijn neusharen en wimpers terugkrijgen... dat zou geweldig zijn. Ik haat het als het zweet in mijn ogen loopt wanneer ik aan het sporten ben, of als er snot op mijn kleren druppelt omdat mijn neus de hele tijd blijft lopen. Probeer eens maar eens een mondkapje te dragen met een loopneus, het is de hel. Aan de andere kant: mijn benen en oksels zijn nooit zo glad geweest en mijn snor is voorgoed verdwenen. Dus daar heb je het zilveren randje.
Tegen iedereen die worstelt met alopecia wil ik zeggen: geen paniek, er is een leven hierna. IK WEET HET, het enige dat je voelt is paniek. Maar geef jezelf wat tijd. Het is oké om er verschrikkelijk van te balen, haaruitval veroorzaakt een enorme identiteitscrisis. Zoek contact met ons, de andere baldies, en laat ons je helpen om je hoop en kracht terug te vinden. Ik durf wel te zeggen dat ik nu zelfverzekerder ben dan ooit. Mijn alopecia zorgde ervoor dat ik mezelf niet meer kon verschuilen, ik had geen andere keuze dan naar voren te stappen en te vertellen hoe het met me ging. Daardoor voel ik me nu veel comfortabeler als ik bijvoorbeeld op mijn werk een toespraak of presentatie moet geven.
Ik vond mezelf terug. En dat zal jou ook lukken.