Trichotillomanie is eigenlijk geen ziekte, maar omdat het wel een diagnose is die regelmatig wordt gesteld, besteed ik er toch aandacht aan. Hieronder lees je meer over de symptomen, oorzaak en eventuele oplossingen.
Als je trichotillomanie hebt, dan trek je zelf herhaaldelijk je lichaamshaar uit; bijvoorbeeld je wenkbrauwen, wimpers of hoofdhaar. Vaak begint het met het draaien van een strengetje haar om je vinger, of met het uittrekken van afwijkende haren op een specifiek plekje. Dit mondt uit in een drang die kan leiden tot kale plekken. Het trekken geeft (tijdelijk) een goed gevoel, maar veroorzaakt ook schaamte en frustratie.
Trichotillomanie is in elk geval niet het gevolg van een lichamelijke aandoening, zoals een dermatologische ziekte. Wat de oorzaak dan wel is? Daar zijn de artsen nog niet uit. Waarschijnlijk gaat het om een combinatie van factoren, vaak speelt stress of een trauma een rol bij het ontstaan van trichotillomanie.
Je zou misschien denken dat je ‘gewoon’ kunt stoppen met haren trekken, maar zo gemakkelijk is dat absoluut niet. De meest aanbevolen behandeling tegen trichotillomanie is cognitieve gedragstherapie, waarbij je leert wat de relatie is tussen je gedachten, gevoelens en gedrag. In deze patronen probeer je dan verandering te brengen.
Eef en Tina vertellen hoe trichotillomanie bij hen is ontstaan en hoe ze ermee omgaan.