Vroeger stond ik bekend om mijn volle bos lang haar. Alles wat ik ermee deed stond mooi, het zat altijd goed en vaak wilden mensen er zelfs even aanzitten: ‘Oeh, wat lang en zo lekker dik, bla bla bla…’ Zelf vond ik dat dikke juist niks, omdat het te zwaar was voor krullen en vooral hartstikke warm. In mijn studententijd werkte ik een tijdje in een kroeg, en dan zweette ik binnen de kortste keren als een otter. ‘Biertje over me heen gekregen’, antwoordde ik altijd maar, als iemand er iets van zei.
Nadat ik mijn haar in 2018 helemaal was verloren, had ik 2 jaar lang niet één haartje op mijn lijf. Al die tijd heb ik geen scheermes gezien, wat een feest was dat. Dat veranderde in juli 2020, toen ik opeens een paar haartjes op mijn grote teen (why?), benen en rechterarm ontdekte. Er begon weer iets te groeien! In september begon het ook op mijn hoofd, het leken wel koeienvlekken of puzzelstukjes, verspreid over mijn schedel. Van links naar rechts, van voren naar achteren – ze zaten echt overal. Verschrikkelijk! En wat een mindfuck ook… Heb je net geaccepteerd dat je voor altijd kaal zult blijven, komt er toch weer iets terug. Misschien voor altijd, misschien maar voor even. Bijna elke keer als ik in de spiegel keek, was het patroon op mijn hoofd weer veranderd. Het was alsof de alopecia dacht: ‘Muuwaahaahaa… jou gaan we weer eens even lekker omver trappen. Het is niet de bedoeling dat je hier zomaar mee leert leven, dus we laten even iets terugkomen.’ Alopecia is a bitch.
Hieronder een compilatie van mijn eigen haren, mijn haaruitval, het terug groeien en hoe het er nu uit ziet!
In het begin kon ik de donkere vlekken nog vrij makkelijk met make-up verbergen. Maar de haareilandjes werden groter. Verbindingen waren er echter nog niet, waardoor het echt een groot vlekkenfestijn was. Hoe hard ik het ook probeerde, ze waren steeds moeilijker weg te plamuren. Daardoor vond ik het steeds minder chill om kaal de deur uit te gaan. Al die superlief bedoelde opmerkingen – ‘Wow, jouw haar groeit vet snel!’, ‘Te gek dat je haar bijna terug is!’ – zo ellendig vond ik dat! Iedereen probeerde me hoop te geven, maar hoop was nou net het laatste waarop ik zat te wachten. Want met alopecia weet je het nooit. En ik had helemaal geen zin om dat steeds te moeten uitleggen.
Mijn haar groeide intussen vrolijk door. Er kwamen linkjes tussen de eilandjes, waardoor er allerlei patronen ontstonden. Hartjes, snelwegen, dierenvoetjes – dat vond ik dan weer wel vet! Sinds maart 2021 is ongeveer 90% van mijn haar terug. (Alleen mijn armen, oksels en schaamstreek zijn nog steeds kaal – HOUDEN ZO). En nog steeds vertrouw ik het niet. Sterker nog: ik houd mijn haar nu zelf kort met een tondeuse. Ik laat het pas weer groeien als echt alles terug is. Ik wil niet wéér die emotionele klap krijgen, als mijn haar straks toch opnieuw uitvalt. Hoop, daar kan ik veel moeilijker mee omgaan dan met dat hele haarverlies. Door mijn haar kort te houden, kan ik precies in de gaten houden wat er op mijn hoofd gebeurt. Ik probeer er niks van te verwachten. Ik zie het allemaal wel – althans dat probeer ik.
En als het nou wél echt helemaal terugkomt…? Dan blijft het waarschijnlijk altijd moeilijk om er 100% van te genieten. Al bij het kleinste beetje stress zal ik bang zijn om mijn haar weer te verliezen, waardoor ik nóg meer stress krijg, waardoor mijn haar nóg sneller kan uitvallen. Aaargh! Om mezelf niet helemaal gek te maken met ‘wat als…’, houd ik me hieraan vast: ik ben nu biljartbalkaal, koeienkaal én gemillimeterd met gaten geweest, en uiteindelijk was ik overal wel oké mee. Dus welke andere idiote look mijn alopecia nog voor mij in petto heeft: I’ll be fine, bitch.