Als je elke dag 10.000 keer in de spiegel kijkt (oké niet overdrijven, 100 keer), zonder haar, make-up, of iets anders waardoor je je mooier voelt, dan wen je sneller aan je nieuwe uiterlijk. Na een tijdje zie je niet meer alleen die kale biljartbal, maar ook hoe mooi je ogen eigenlijk zijn en hoe knap je bent als je lacht. Kijk maar eens heel chagrijnig naar jezelf in de spiegel en daarna heel vrolijk, dat is een supergroot verschil – en niet alleen voor jou. Als je uitstraalt dat je blij bent met jezelf (zelfs al voel je je van binnen niet helemaal top), dan zien andere mensen ook hoe leuk je bent. Als je niet lekker in je vel zit en dát laat zien, dan lok je uit dat andere mensen ook zo naar je gaan kijken. En dat is precies wat je níet wilt, toch?
Ik maakte de eerste maanden eindeloos veel selfies van mezelf: met en zonder make-up, met en zonder pruik, met en zonder (dikke, dunne, bruine, zwarte) wenkbrauwen en nepwimpers, met sjaals, oorbellen, haarbanden en allerlei kledingstijlen. Ik probeerde alle combinaties uit en keek de foto’s uitgebreid terug. Zo ontstond er langzaam een 2.0 versie van mezelf waar ik steeds blijer van werd.
In het begin was ik heel erg bezig met wat anderen van me zouden vinden en ik ging er eigenlijk altijd vanuit dat het iets negatiefs was. Als ik werd aangestaard op een terras, was mijn eerste gedachte: ‘Zij vindt me vast lelijk, of mijn pruik zit zeker stom’. Toen ik in de gaten kreeg dat ik dat deed, begon ik mijn gedachten bewust om te zetten in iets positiefs: ‘Hij vindt me vast knap, mijn haar zit zeker supergoed vandaag, of mijn jurk is sexy’. Ik wéét niet wat een ander denkt, dus waarom zou ik van het negatieve uitgaan? Ik ontdekte dat mijn angst voor negatieve reacties veel groter was dan nodig, mensen op straat zijn helemaal niet zo met jouw uiterlijk bezig als jij. Door mijn angst los te laten en me lekker te richten op wat ík van mezelf vond, lukte het steeds beter om the new me te accepteren. (Pas wel op dat je jezelf niet TE leuk gaat vinden! Van arrogantie is nog nooit iemand mooier geworden ;-).)
Na een paar maanden doffe ellende besloot ik dat ik hier niet in wilde blijven hangen, want daar werd ik alleen maar ongelukkiger van. Ik wilde weer blij zijn met mezelf en mijn leven! Met hulp van mijn psycholoog (zie tip 5) leerde ik mijn negatieve gedachten om te zetten in positieve. Dit was echt een gevalletje ‘oefening baart kunst’, in het begin dacht ik dat het me nooit zou lukken – wat was er in hemelsnaam goed aan deze situatie?! Maar op een gegeven moment ging ik echt anders naar dingen kijken. En zo ontdekte ik dat kaal zijn ook een heleboel voordelen heeft! Douchen is bijvoorbeeld superlekker, omdat je het water veel beter op je hoofd voelt. Het doucheputje zit nooit meer verstopt. Je hoeft niet meer na elke douchebeurt een halfuur te kammen en föhnen, of – nog erger – met nat haar naar bed. Je haarwerk hoeft maar eens in de 2/3 weken gewassen te worden en daar kun je zelfs nog een ander voor strikken. Als je ’s morgens opstaat en je pruik opzet, zit je haar meteen goed. Je kunt lekker experimenteren met andere kapsels en kleuren. En als je net als ik ook je andere lichaamsharen verliest, hoef je je dus ook niet meer te scheren. Zo’n gladde huid voelt echt lekker, ik aai bijvoorbeeld heel graag over mijn hoofd. Als je deze lange lijst ziet, waarom zou je dan nog klagen over een loopneus of traanogen?
Omdat ik het de eerste maanden best wel zwaar had, besloot ik al snel op zoek te gaan naar een psycholoog. Net als bij een haarwerkspecialist is het niet zo simpel om er eentje te vinden waar je een goede klik mee hebt, maar het loont de moeite! Mijn psycholoog heeft mij heel erg geholpen; ik vond het superfijn om al mijn onzekerheden, boosheid, onbegrip en ervaringen te delen met iemand die geen oordeel heeft. Laat wel het achterste van je tong zien als je hulp zoekt, anders zit je daar voor Jan met de korte achternaam.